Gezond Voedsel

Het mag duidelijk zijn dat gezond voedsel goed is voor iedereen. Het mag ook duidelijk zijn dat niet iedereen even gezond eet. We hebben de ‘welvaartsziekten’ zoals obesitas, voornamelijk veroorzaakt door te veel suikers en vetten. Suikers en vetten op zich zijn niet fout want iedereen heeft die nodig, maar wel de hoeveelheden en welke vetten, de hoeveelheden en hoe ze verwerkt zijn. Veel ‘bewerkt’ voedsel (kant en klaar maaltijden, pizza’s, ‘pakjes eten’, etc.) bevat er veel te veel van. Ook frisdranken en sappen zijn een bekende bron van heel veel suiker.

Welvaart

Nu eet niet iedereen dit soort eten uit gemak of vanwege welvaart. Voor de smalle beurs lijkt ongezond voedsel vaak het goedkoopst. Met twintig minuten extra werk in de keuken kan gezond voedsel opeens heel geodkoop worden. Je moet dan alleen even de moeite nemen om het schoon te maken, te schillen, te snijden, etc. Ook wanneer we iets minder perfect voedsel accepteren; een kromme komkommer, een kool met een paar gaatjes, een appel met een vlekje, misschien even een rupsje moeten verwijderen, etc. Dat kan heel veel schelen in de prijs en doet niets af aan de voedingswaarde.

Djokovic en Borg

Wanneer Djokovic een tenniswedstrijd speelt eet hij tussen de games bananen. Hij doet dat vooral omdat bananen ‘Kalium’ bevatten, een element wat belangrijk is voor het functioneren van de energiehuishouding in spieren. Bjorn Borg, een zweedse tennisser uit de jaren zeventig, is daar als eerste mee begonnen. Djokovic moet nu echter 5x zoveel bananen eten om de zelfde hoeveelheid ‘Kalium’ binnen te krijgen. Want ook de bananenteelt is geintensiveerd met snelgroeiende bananen die op plantages staan waar de grond steeds verder uitgeput raakt en vooral ook het bodemleven achteruit is gegaan.

Dafne Schippers

Wat er met bananen aan de hand is, is er bijvoorbeeld ook met gras aan de hand. Een modern weiland wordt om de paar jaar geploegd, opnieuw ingezaaid met raaigras monocultuur, meerdere malen per jaar met drijfmest geinjecteerd en tot wel zeven keer per jaar gemaaid. In een dergelijk weiland is nauwelijks enig bodemleven; wormen, insecten, schimmels en bacterieen. Het gras groeit op de direct geinjecteerde meststoffen en zou zo bijna net zo goed op steenwol kunnen groeien. Dit gras is erg eenzijdig van samenstelling, zeker wanneer je het vergelijkt met gras van vroeger. Veel energie en weining sporenelementen en mineralen. Eigenlijk een soort van ‘patat-gras’ en niet echt gezond. Daarom zie je ook dat moderne koeien die dit gras eten allerlei ingewikkelde mineralen mixen krijgen bijgevoerd. Moderne koeien lijken in die zin veel op topatleten zoals Dafne Schippers. Een moderne koe is ook net als topatleten heel gevoelig voor ziekten omdat ze snel lichamelijk uit balans zijn.

Blijvende grasmat

In grond die je niet continue over de kop trekt zit een zeer complex systeem van bodemleven. In de bovenste 5 cm zitten andere wormen, insecten, bacterien en schimmels dan in de 15 cm daaronder en daar weer andere dan in de diepere grond. De wormen, insecten, bacteriën en schimmels zijn instaat om via complexe symbiotische interactie met elkaar en met de cellen in de wortels van de planten om voedingstoffen, mineralen en sporenelementen vrij te maken uit de bodem en de compost. Deze voedingsstoffen, mineralen en sporenelementen zorgen voor gezond voedzaam gras. Gras is eigenlijk niet de goede benaming want een blijvende grasmat bestaat uit tientallen verschillende soorten gras, kruiden en bloemen. Deze variatie is belangrijk want elke plant heeft weer een andere relatie met de verschillende bacteriën en schimmels in het bodemleven. Iedere plant heeft weer een andere samenstelling en draagt zo bij aan een gezonde, gevarieerde voeding van koeien. Op veel plaatsen in de Friese bodem zit nog voor 100 jaar fosfaat gebonden, alleen modern raaigrasweiland kan het zo niet opnemen, daarvoor is een stabiel en gevarieerd bodemleven nodig.

Melk is melk toch?

Nou toch niet, alle melk is wel wit maar de samenstelling varieert nogal. Melk van vers gras is anders dan melk van mais. Melk van gevarieerd gras, bloemen en kruiden is anders van samenstelling dan melk van raaigras. De variatie zit vooral in welke vetten en aminozuren er in zitten, je kunt het verschil proeven. Hetzelfde geldt voor vlees, de vetten in vlees van gras zijn anders dan die in vlees van graan. Het gaat hier onder andere om de omegavetzuren, daar heb je ‘gezonde’ van en ‘ongezonde’. In vlees van graan zitten veel ‘ongezonde’, in vlees van gras juist de ‘gezonde’.

Permacultuur

Het maakt dus nogal uit waar je eten vandaan komt, zowel voor zuivel en vlees als voor groente en fruit. Wanneer de productiemethode dichter aansluit bij de natuurlijke processen leidt dit in het algemeen tot voedzamer en gezonder eten. Voor zuivel en vlees betekent dit een natuurlijke blijvende grasmat, zoveel mogelijk beweiden en natuurlijke bemesting met vaste mest. Voor groente en fruit sluit bijvoorbeeld de permacultuur werkwijze prima aan bij de natuurlijke processen in de bodem. Je verstoord de bodem zo weinig mogelijk en teelt verschillende gewassen door elkaar heen op niet te grote percelen omzoomt met waardplanten voor plaagbestrijdende insecten.

Fossielvrij

Permacultuur en veehouderij met veel beweiding en uitloop sluit ook goed aan richting een fossielvrije voedselproduktie. Om de klimaatverandering te bestrijden moet ook de fossiele energie-input in onze voedselvoorziening naar nul. Geen stikstof-kunstmest want dat komt van aardgas en aardolie. Geen zware machines want die vragen zoveel aandrijfkracht dat dat alleen met fossiele verbrandingsmotoren lukt. Geen lange afstandstransport want dat is erg moeilijk te realiseren zonder fossiele brandstof.

Gezond Boeren

Veel van de benodigde veranderingen vragen om investeringen in een andere bedrijfsvoering. Om die investeringen te laten renderen moeten boeren meer betaald krijgen voor hun produkten. Veel boeren klagen nu dat ze te weinig verdienen, vooral bij de melkveehouderij speelt dit. Het probleem is dat de melkveeboeren veel te veel melk produceren, er is maar markt voor ongeveer 30% van de melkproduktie. De rest, 70%, wordt wel verkocht maar als bulkproducten voor de wereldmarkt; botervet, melkpoeder en standaard kaas. En de prijs voor deze produkten op de wereldmarkt is te laag voor de productiekosten in Fryslan. Dus is er geen markt voor. De boer, als ondernemer, moet zich dus richten op die 30% en/of mogelijk kijken naar andere wijzen om meer te verdienen. Daarvoor zijn er grofweg drie oplossingen; meer waarde uit de keten te halen door de melk zelf te verwerken en de produkten zelf te verkopen aan consumenten, of er voor zorgen, samen met de andere boeren, dat Friesland-Campina zich alleen maar op die 30% melk richt, of andere activiteiten te ondernemen naast het boerenbedrijf bijvoorbeeld toerisme en horeca. Alle drie oplossingen vragen een grote omschakeling van de meeste boeren. Maar het is noodzakelijk voor ook financieel Gezond Boeren.

Kritische consument

De beste klant van de nederlandse boer is de kritische consument, deze is bereid om meer te betalen voor zijn of haar eten. De consument die alleen op prijs koopt is niet de klant van de nederlandse boer want deze consument kan overal op de wereldmarkt goedkoper terecht.

De Friese boer moet de kritische consument omarmen en deze betrekken bij zijn bedrijf, bedrijfsvoering en producten. De Klant is immers Koning. Dit is opnieuw een reden om Biodivers en Fossielvrij te gaan boeren.

Gemengd bedrijf

Wanneer je als boer direct wilt leveren aan je klant/consument om, op basis van een persoonlijke relatie, meer van de door jou toegevoegde waarde ook in je portemonnee te laten terecht komen zijn er wel een paar uitdagingen. Een daarvan is dat de meeste consumenten niet voor elk afzonderlijk product naar verschillende boeren willen reizen. Je zult het moeten bezorgen en je zult een breder voedselpakket moeten kunnen leveren, meer in lijn met BioWeb, Streekboer, Albert Hein en Jumbo. Je zult dus als boer moeten nadenken over een breder, meer gemengd, bedrijf. Dit sluit overigens goed aan bij een meer circulaire bedrijfsvoering, permacultuur en bij een betere biodiversiteit op je bedrijf. Die beter biodiversiteit is overigens ook een grote pre wil je je kritische klant/consument te vreden houden.

Voedsel Richtlijnen

Een grote barriëre om te komen tot meer locaal, kleinschaliger en gevarieerder aanbod van voedsel zijn voorschriften waar producenten, verwerkers, vervoerders en verkopers aan moeten voldoen. Deze voorschriften zijn grotendeels opgesteld door de grote voedselverwerkers; Unilever, Nestle, etc. De voorschriften lijken heilig en onvermurwbaar, is dat terecht? Eigenlijk is de Europese Voedsel Directive leidend en zijn de voorschriften een praktische vertaling. Een vertaling die vooral grote bedrijven past en kleinere op achterstand zet. Kon je verwachten. Maar een Europese Directive biedt mogelijkheden voor meerdere en verschillende voorschriften. Want het doel van de Europese Directive is om; op basis van internationaal wetenschappelijk onderzoek naar de risico’s van de voedselproduktie, richtlijnen/voorschriften/werkwijzen voor te schrijven die de risico’s voor de volksgezondheid zo goed mogelijk beheersbaar maken en verkleinen. Echter de risico’s van kleinschalige, locale verwerking en consumptie zijn heel anders dan van grote ondoorzichtige pan-europese voedselproductie. Je kunt dus heel goed tot andere voorschriften komen die veel beter passen bij lokale produktie, verwerking, transport en verkoop. Alleen moet daarvoor “internationaal onderzoek” gedaan worden naar de “risico’s”. Unilever en Nestle gaan dat niet betalen, kleine producenten kunnen dat niet betalen. Daarom wil Natuurlijk Fryslan dat de Provincie dit gaat betalen, liefst met nog enkele andere Europese regio’s.

Frysk Iten

De beste marketing van produkten is de boer zelf, maar niet iedere boer is even goed verkoop en ‘customer relations management’. Daarom zou een keurmerk kunnen helpen. Helaas wordt de consument overspoelt door ‘Keurmerken’ en zijn de meeste van deze keurmerken vaak vooral marketing. Een paar tv-afleveringen van de Keuringsdienst van Waarde verder en de consument vertrouwt vrijwel geen enkel keurmerk meer en ziet door de bomen het bos niet meer. Er zijn eigenlijk maar twee keurmerken die nog enig vertrouwen oproepen; EKO en Fairtrade.

De Friese Boeren zouden ondersteunt kunnen worden wanneer er een echt sterk keurmerk komt wat boven alle twijfel verheven is. Dan zal dus niet door de ‘industrie’ moeten worden opgezet, maar bijvoorbeeld door de Provincie. En het zal inhoudelijk boven elke twijfel verheven moeten zijn, dus; 100% Natuurlijk, Biologisch, Biodivers, Fossielvrij, Circulair en Fries. Daarom zullen de deelnemers zeer strikt geselekteerd moeten worden, bovendien is het essentieel dat het duidelijk is dat de opbrengst naar de producenten gaat. Wat ook betekent dat de prijsstelling niet aan de grote supermarkt wordt overgelaten en het productievolume gestuurd wordt door de producenten op basis van de vraag. Praktisch gezien betekent dit dat de producenten, verwerkers en vervoerders moeten samenwerken in een coöperatie.


img